Ik fiets met mijn zoontje terug van voetbaltraining. Hij is gefrustreerd. Hij zit “al” twee maanden op voetbal en het gaat hem niet snel genoeg.

We rijden op een lang fietspad en ik zeg: “Zie je die rotonde daar aan het eind?”

Hij antwoordt bevestigend.

Stel dat die rotonde jouw doel is, namelijk: heel goed zijn in voetballen”, zeg ik. “En elke keer dat we trappen, is 1 training. Wat gebeurt er dan?”

“Dan komen we steeds dichterbij”, antwoordt hij.

“Dat klopt”, zeg ik.

Terwijl ik kort rem, zeg ik: “Elke keer dat we remmen, is als we niet naar training gaan. Wat gebeurt er dan?”

“Dan komen we er minder snel.”

Nu stap ik theatraal van de fiets. Ga naast mijn fiets staan met mijn handen in mijn zij. Ik doe alsof ik boos ben en ga stampvoeten.
Mijn zoontje is zichtbaar geamuseerd en herkent zijn eigen woorden en gedrag.
Ik vraag hem: “Komen we nu dichterbij?”

“Nee”, zegt hij.

“Wat moeten we dan nu doen?”

“Weer trainen.”

Ik stap op de fiets en zeg: “Als we nu harder trappen, betekent dat: harder trainen. Wat gebeurt er nu?”

“Dan komen we er steeds sneller!” lacht hij en trapt als een bezetene.

Sindsdien wil hij steeds naar training, want hij weet dat hij er dan sneller komt.

Ik sprak op een punt in mijn leven zeven talen. Mensen zeiden dat ik een talenknobbel had. Maar daar geloof ik niet in. Ik heb Arabisch niet geleerd door een talenknobbel, maar omdat ik mij maandenlang mengde met Arabischsprekende mensen, maanden in Marokko in een gastgezin woonde en dagelijks van 9 tot 17u les had in Arabisch en na schooltijd elke gelegenheid in de winkels en sportschool aangreep om mijn Arabisch te oefenen. Heel veel tijd erin steken en bereid zijn om heel lang slecht te zijn. Accepteren dat mijn Marokkaanse vriendengroep zich kostelijk vermaakte om mijn versprekingen zoals door een klank fout te zeggen niet ‘palmboom’ maar ‘schijten’ zei. Of “mijn hond” in plaats van “mijn schatje”.

Ik heb veel dingen in mijn leven opgegeven omdat ik er voor mijn gevoel niet snel genoeg goed in werd. Maar ik ben er inmiddels wel achter;

Als je ergens goed in wilt worden, moet je bereid zijn om er heel lang slecht in te zijn.

Waar wil jij zo graag goed in worden, dat je bereid bent om 10.000 uur oefening erin te steken?

Heb je iets gevonden, laat mij je dan begeleiden in het traject en neem contact op.